De Hindoe filosofie wordt verdeeld in orthodox (astika) en heterodox (nastika). De orthodoxen aanvaarden het gezag van de Veda's en de Upanishads, terwijl de heterodoxe filosofische systemen het Vedische gezag ontkennen. De orthodoxe scholen omvatten in het algemeen zes dar¿ana's (zienswijzen op het goddelijke): Nyaya, Vaisheshika, Samkhya, Yoga, M¿m¿¿s¿ en Vedanta, en de gangbare heterodoxe scholen zijn het Jainisme, het Boeddhisme, Ajñana, Ajivika en Lokaiata.De auteurs van de darsana's zijn: Vedanta (door Viasa), Yoga (door Patañyali), Sankhia (door Kapilá), Mimansa (door Yaimini), Niaiá (door Gótama), Vaisesika (door Kanada). Zij vullen elkaar in paren aan: ny¿ya en vai¿e¿ika, s¿¿khya en yoga, m¿m¿¿s¿ en ved¿nta.Vedanta ("einde van de Veda's") is gebaseerd op de belangrijkste Upanishads, de Brahma Sutra's en de Bhagavad Gita. Er zijn drie hoofdscholen binnen Vedanta, die hun leer op de Upanishads baseren: Advaita (non-dualistisch), waarvan Shankara (7e eeuw) de belangrijkste exponent is; Advaita Visista (gekwalificeerd non-dualistisch), waarvan Ramanuja (10e eeuw) de belangrijkste exponent is; en Dvaita (dualistisch of pluralistisch), waarvan Madhava (11e eeuw) de belangrijkste exponent is.