In principe kan alleen een beroep worden gedaan op arbitrage als de bereidheid van de partijen om er een beroep op te doen zich manifesteert in de arbitrageovereenkomst, die de hoeksteen van de arbitrage vormt. Als overeenkomst is het onderworpen aan het beginsel van consensualiteit, dat zeer sterk is in het arbitragerecht, en aan het beginsel van de relatieve werking van overeenkomsten uit hoofde van het algemene verbintenissenrecht. Ondanks de kracht van deze beginselen slaagt de arbitrageovereenkomst er echter in haar bindende werking uit te breiden tot buiten de kring van de overeenkomstsluitende partijen die zich aanvankelijk bereid hebben verklaard een beroep te doen op arbitrage. Het doel van deze studie is het analyseren van de verschillende mechanismen waarmee de arbitrageovereenkomst bindend kan worden voor derden en het analyseren van de basis van deze mechanismen. Het maakt het mogelijk om te beoordelen in hoeverre de plaats van de wil van derden in de contractuele sfeer die onder een arbitragebeding valt, is verminderd en het relatieve effect van de overeenkomsten vervolgens verloren is gegaan, hetgeen een herziening van het absolutisme van het beginsel van de relativiteit van de overeenkomsten en een zekere heroverweging van het toepassingsgebied van de contractuele sfeer noodzakelijk maakt.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.