Geconfronteerd met de etnisch-raciale obstakels die ik dagelijks binnen de schoolmuren waarneem en ervaar, besloot ik mijn inspanningen te richten op het opbouwen van educatieve kennis die bijdraagt aan de ontwikkeling en invoering van pedagogische praktijken die de culturele en raciale diversiteit van leerlingen onderzoeken. Ik koos ervoor om met Afro-Braziliaanse literatuur te werken, niet omdat het een rage of een verplichting was, maar omdat ik geloof dat de literaire vooringenomenheid, ondersteund door Wet 10.639/03, het belang van de zwarte cultuur in de vorming van de Braziliaanse samenleving benadrukt. Bovendien draagt het bij aan en intervenieert het in een bevestigende constructie van de etnisch-raciale identiteit van adolescenten van Afrikaanse afkomst binnen de schoolomgeving. Daartoe zocht ik in Afro-Braziliaanse literatuur naar zwarte hoofdpersonen die niet werden afgeschilderd of gezien als minderwaardig aan blanken; niet vies, niet lelijk en zeker niet dierlijk. Maar ze moeten worden gezien als menselijke wezens die geen adjectieven nodig hebben om hun menselijkheid en hun biotype aan te duiden in termen van de kleur van hun huid, hun haar, de vorm van hun gezicht, naast andere kenmerken.