Er is geen verband tussen het celibaat en het priesterschap; het zou een keuze moeten blijven voor degenen die het wilden. Het is een praktisch probleem; geen theologisch probleem. Als het een theologisch probleem was, zouden de oosterse kerken geen priesters in hun thuisgebied hebben kunnen trouwen. Benedictus XVI PP heeft gehuwde priesters in een ordinariaat geaccepteerd. Dit is misschien de achterdeur naar het probleem van gehuwde geestelijken. Zolang we de 21ste eeuw binnen kunnen gaan, de problemen erkennen die we hebben en doorgaan met het echte werk van de kerk, dwz op de best mogelijke manier in de behoeften van de leken voorzien, erkennen dat we ons nu in de 21ste eeuw bevinden en niet in de middeleeuwen. Laten we gelukkig getrouwde geestelijken hebben die echt in de kerk willen zijn om te dienen. Zo'n stap zou nuttig kunnen zijn, aangezien geestelijken met een gezin verschillende gaven konden aanbieden en het mannen die zich niet tot het celibaat geroepen voelden, in staat zou stellen het priesterschap in te gaan. Er is geen reden waarom geestelijken niet zouden mogen trouwen. Het is altijd een kwestie van discipline geweest en niet van leer. De praktijk om geestelijken niet toe te staan ¿¿te trouwen in de rooms-katholieke kerk heeft zijn oorsprong in discipline en niet in leer. Het boek is goed voor alle christenen.