De betrokkenheid van lasers bij de behandeling van biomedisch weefsel wordt al meer dan 70 jaar onderzocht door zowel de industrie als de klinische onderzoekslaboratoria. Twee grote families van medische lasers onderscheiden zich als volgt: de bundels met "absorptie" modaliteiten door het weefsel (CO¿-lasers) in de regio van 10 micron golflengte en de andere met "verstrooiende" eigenschappen in het weefsel (YAG-lasers) in de regio van 1 micron. De eerste vertoont sterke hemostatische eigenschappen in weefsel met een laag watergehalte, terwijl de tweede een sterke concentratie ("pile-up") van energie onder het oppervlak vertoont met als gevolg verwarming, snijden en hemostase van het bestraalde volume in de diepte van hetzelfde. Een belangrijk aspect dat altijd in aanmerking moet worden genomen is de combinatie van de vloeibare inhoud van het bestraalde weefsel, de anatomische structuur van het weefsel, de golflengte van de straal en de uitgezonden energie ter plaatse (vermogensdichtheid). De huidige belangrijkste open vragen en uitdagingen met betrekking tot het klinisch gebruik van moderne medische lasers worden hier gepresenteerd en constructief besproken.