In het landschap van de menselijke kennis worden de grenzen tussen wetenschap en filosofie steeds ondoorlaatbaarder, wat aanleiding geeft tot onverwachte dialogen tussen schijnbaar verre werelden. In dit boek willen we de fascinerende kruising verkennen tussen Oosterse filosofieën, met speciale aandacht voor het boeddhisme, en moderne ontdekkingen in de kwantumfysica. Het doel is duidelijk: schetsen hoe de duizenden jaren oude inzichten van tradities zoals het boeddhisme een nieuw licht kunnen werpen op kwantumtheorieën en diepgaande vragen kunnen oproepen over de aard van de werkelijkheid, perceptie en het bestaan zelf. Dit boek is het eerste in een trilogie over boeddhisme, hindoeïsme en taoïsme. De behandelde onderwerpen benadrukken overeenkomsten tussen deze denksystemen en de fundamentele principes van de kwantumfysica. De overeenkomsten zijn verbazingwekkend. In het boeddhisme staat het begrip vergankelijkheid centraal. Alles wat bestaat verandert voortdurend, niets is statisch. Op dezelfde manier leert de kwantumfysica ons dat op subatomair niveau deeltjes niet bestaan in vastomlijnde toestanden, maar eerder in probabilistische toestanden. De beroemde golf-deeltje dualiteit suggereert bijvoorbeeld dat deeltjes zich ook als golven kunnen gedragen, waardoor ons traditionele begrip van fysieke materie in twijfel wordt getrokken. Het principe van onderlinge afhankelijkheid benadrukt hoe elk fenomeen verbonden is met alle andere. In de kwantumfysica illustreert het fenomeen kwantumverstrengeling zo'n netwerk van relaties tussen deeltjes. Wanneer twee deeltjes verstrengeld zijn, heeft een verandering in de toestand van de een onmiddellijk invloed op de ander, zelfs op grote afstanden, wat een band voorstelt die ruimtetijdbarrières overstijgt. Een belangrijk deel is gewijd aan de ego-illusie (Anatta): Het boeddhisme leert ons dat het gevoel van een afgescheiden zelf een illusie is. In de kwantumfysica is onze waarneming van de werkelijkheid even illusoir. Veel wetenschappelijke ontdekkingen onthullen dat onze waarneming de waargenomen werkelijkheid verandert. De beroemde ervaring met de dubbele spleet laat bijvoorbeeld zien hoe alleen al de waarneming van kwantumdeeltjes hun gedrag verandert. Wat meditatie en mindfulness betreft, is het bekend dat boeddhistische meditatieve praktijken een contemplatieve kijk op de werkelijkheid bevorderen, waardoor beoefenaars paden kunnen volgen die verder gaan dan het uiterlijk van dingen. Hedendaagse wetenschappers, zoals de natuurkundige David Bohm, hebben gesuggereerd dat wat we zien als 'werkelijkheid' misschien slechts een oppervlakkig beeld is van een diepere orde, vergelijkbaar met de bewustzijnstoestanden die door meditatie worden bereikt. Om deze affiniteiten te illustreren, is het nuttig om de dialoog tussen de natuurkundige Niels Bohr en de boeddhistische filosoof Daisetsu Teitarō Suzuki aan te halen. Bohr, die beschouwd wordt als een van de vaders van de kwantumfysica, vond een verrassende weerklank in Oosterse concepten. In een van zijn beroemde citaten zei hij: "Natuurkunde is geen beschrijving van de werkelijkheid, maar een constructie van ons denken." Dit doet denken aan de boeddhistische kijk op waarneming als een weerspiegeling van onze geest. Een ander belangrijk getuigenis komt van de natuurkundige Fritjof Capra, die in zijn boek 'The Tao of Physics' de overeenkomsten onderzoekt tussen de moderne natuurkunde en Oosterse filosofieën, waaronder het Boeddhisme en Taoïsme. Capra suggereert dat de kwantumrealiteit een interpretatie van materie oproept, niet als een verzameling vaste objecten maar als een veld van energieën, in perfecte harmonie met de boeddhistische gedachte over vergankelijkheid. In dit eerste deel hebben we de contouren geschetst van een diepgaande en transformerende verbinding tussen boeddhisme en kwantumfysica.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.