Reyment (1959) bestudeerde boorgatmonsters uit West-Afrika die onder andere het geslacht Bolivina opleverden en stelde zeven nieuwe soorten voor. Zijn studie bevestigde dat de boliviniden nuttige stratigrafische markers waren. Hij wees een algemene leeftijdscategorie van Maastrichtien tot Eoceen toe voor het geslacht. Petters (1982) presenteerde een voorlopige documentatie van de Bolivinitidae van het stroomgebied van de Nigerdelta en identificeerde 15 soorten. Hij stelde een Altistoma scalaris-zone voor voor het interval van het midden van het oligoceen tot het vroege mioceen. Hij stelde niet de precieze grenzen tussen Bolivina en Brizalina vast. In een regionale analyse van de Cenozoïsche Bolivinitidae uit stroomgebieden aan de westkust van Afrika (Ivoorkust, Ghana, Nigeria, Gabon, Congo, Angola), Brun et al. (1984) identificeerden 35 soorten Bolivina en Brizalina. Er werden vijf morfologische groepen geïdentificeerd die verschillende biotopen karakteriseerden van plank tot bathyal. Ze merkten op dat variaties binnen de groepen meestal een evolutionaire betekenis hadden. DOELGROEPEN: Dit werk zal nuttig zijn voor biostratigrafen die werkzaam zijn in de olie-industrie, commerciële micropaleontologische laboratoria, paleontologische instituten en universiteiten.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.