39,99 €
inkl. MwSt.
Versandkostenfrei*
Versandfertig in 6-10 Tagen
payback
20 °P sammeln
  • Broschiertes Buch

Rond 2005 ontstond een brandend verlangen om de aard en samenstelling van chemische clusters te begrijpen. Dienovereenkomstig werden clusters zoals metaalcarbonyls, boranen, koolwaterstoffen, zintl-ionen, gouden clusters en andere geanalyseerd en gecategoriseerd. Uit deze onderzoeken kwam naar voren dat de hoofdgroepelementen de reeks S=4n+q volgen, waarbij n= het aantal skeletelementen in een clusterformule en q = numerieke waarde die het type clusterreeks specificeert. Aan de andere kant bleken de overgangsmetaalclusters de reeks S=14n+q te volgen. Verder bleken de skeletbindingen die de…mehr

Produktbeschreibung
Rond 2005 ontstond een brandend verlangen om de aard en samenstelling van chemische clusters te begrijpen. Dienovereenkomstig werden clusters zoals metaalcarbonyls, boranen, koolwaterstoffen, zintl-ionen, gouden clusters en andere geanalyseerd en gecategoriseerd. Uit deze onderzoeken kwam naar voren dat de hoofdgroepelementen de reeks S=4n+q volgen, waarbij n= het aantal skeletelementen in een clusterformule en q = numerieke waarde die het type clusterreeks specificeert. Aan de andere kant bleken de overgangsmetaalclusters de reeks S=14n+q te volgen. Verder bleken de skeletbindingen die de skeletelementen samenbinden te worden berekend uit de vergelijking K=2n-q/2. Diepere analyse van de clusters leidde tot de ontdekking van een zeer belangrijke parameter, namelijk dat de valentie-elektronen van de clusters de dubbele capping cluster valentie-elektronenconfiguratie K*=DzCy waarbij Dz de 14n-reeks volgt en Cy de 12n-reeks volgt en z en y het aantal respectieve skeletelementen vertegenwoordigen die samen n zijn. Dat wil zeggen, z+y=n. Uit deze relaties zijn twee belangrijkere valentievergelijkingen voor clusters afgeleid.
Autorenporträt
Enos Masheija Rwantale Kiremire studeerde in 1970 af met een BSc(Hons) graad in scheikunde aan de Universiteit van Oost-Afrika, Makerere University College, Oeganda. Hij had de gelegenheid om kort les te krijgen van een inspirerende, opmerkelijke scheikundige, Prof. C.A. Coulson. Later promoveerde hij in 1977 maart aan de Universiteit van New Brunswick.