Collaboratieve dialoog, zoals voorgesteld door Swain (2000, 2005), is gebaseerd op co-constructie van kennis door L2-leerders op basis van hun gedeelde bronnen. Het wordt geoperationaliseerd door Taalgerelateerde Episoden (LRE's). Verschillende factoren kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van de interactie tijdens samenwerkingsactiviteiten, waaronder de vaardigheid van de gesprekspartners; aangezien de aard van samenwerkingsactiviteiten vraagt om het werken in tweetallen of groepen. Ondanks een overvloed aan bewijs in theorie en praktijk over de effectiviteit van samenwerkingsactiviteiten, blijft de vraag nog steeds een punt van discussie welk type vaardigheidsparen van L2-leerders in samenwerkingsactiviteiten het meest bevorderlijk is voor de L2-ontwikkeling. Dit boek levert een bijdrage aan het bestaande debat en onderzoekt de frequentie en oplossing van LRE's geproduceerd door EFL-leerders tijdens gezamenlijke probleemoplossingstaken over spraakhandelingen in verschillende vaardigheidsparen.