32,99 €
inkl. MwSt.
Versandkostenfrei*
Versandfertig in über 4 Wochen
  • Broschiertes Buch

Deze studie onderzocht de relatie tussen coping en kwaliteit van leven, en de bijdrage van affectieve variabelen zoals depressie en angst aan deze relatie bij personen met astma. De deelnemers waren 46 jongvolwassenen met astma bij wie de diagnose voor de leeftijd van 12 jaar was gesteld, en die momenteel medicatie voor astma kregen. Elke deelnemer vulde gestandaardiseerde gedrags- en ziekte-ernstbeoordelingen in tijdens een individueel geplande afspraak. De resultaten toonden een significant hoofdeffect aan voor angst op de astma kwaliteit van leven. Dit hoofdeffect werd echter gekwalificeerd…mehr

Produktbeschreibung
Deze studie onderzocht de relatie tussen coping en kwaliteit van leven, en de bijdrage van affectieve variabelen zoals depressie en angst aan deze relatie bij personen met astma. De deelnemers waren 46 jongvolwassenen met astma bij wie de diagnose voor de leeftijd van 12 jaar was gesteld, en die momenteel medicatie voor astma kregen. Elke deelnemer vulde gestandaardiseerde gedrags- en ziekte-ernstbeoordelingen in tijdens een individueel geplande afspraak. De resultaten toonden een significant hoofdeffect aan voor angst op de astma kwaliteit van leven. Dit hoofdeffect werd echter gekwalificeerd door een significante probleemgerichte coping X-angst interactie. Zowel hoge als lage probleemgeoriënteerde copers toonden een slechtere kwaliteit van leven onder hoge niveaus van angst. Individuen met een grotere probleemgerichte copingstijl vertoonden een sterkere afname in kwaliteit van leven onder condities van grotere angst. Angst speelt mogelijk een belangrijkere rol bij astma dan eerder werd gedacht. Coping kan alleen gerelateerd zijn aan astma kwaliteit van leven onder bepaalde psychosociale omstandigheden, of dat probleem-gerichte coping alleen wordt gebruikt wanneer de aandacht niet is gericht op angst uitlokkende stimuli.
Autorenporträt
El Dr. Kevin Hommel se doctoró en Psicología Clínica en la Universidad Estatal de Oklahoma. Es profesor adjunto de pediatría en el Hospital Infantil de Cincinnati. Su investigación actual se centra en el desarrollo y la prueba de intervenciones conductuales para mejorar el autocontrol de la enfermedad en niños con enfermedades crónicas.