Deze inleiding tot de studie van de cognitieve neurowetenschappen is een lesprogramma dat is ontwikkeld voor een doctoraalseminarie door middel van schematische presentaties die de relatie tussen hersenen en geest benadrukken. Het beschrijft in eerste instantie de macro- en microscopische structuur van het centrale zenuwstelsel, de microstructuur van neuronen en neurogliacellen en beschrijft de fijne structuren die verantwoordelijk zijn voor de zenuw- en mentale activiteit. Het definieert het multidisciplinaire karakter van de cognitieve neurowetenschappen en de cognitieve zeshoek die wordt gevormd door de fundamentele en klinische neurowetenschappen, de cognitieve psychologie, de neuro-computation, de neurolinguïstiek, de neuro-filosofie en de cognitieve antropologie. Er wordt een synthese gemaakt van nieuwe opkomende disciplines zoals neurotheologie en neuroeducatie. Er wordt een analyse gemaakt van synaptische contacten en hersencircuits, waarbij de nadruk wordt gelegd op de neurale correlaten van taal, leren en geheugen, bewustzijn, emoties, slaap, pijn en stress. Noties over de neurobiologie van muziek en meervoudige intelligenties worden vastgesteld. Een theorie van de geest en de toepassing ervan op de studie van autisme wordt geschetst.