Deze studie richt zich op de grootstedelijke pro-Boerenbeweging die ontstond toen Groot-Brittannië tegen de twee Boerenrepublieken vocht. Deze Pro-Boeren betoogden dat de oorlog onnodig was, omdat Groot-Brittannië zijn doel met de Boeren had kunnen bereiken door meer te onderhandelen. Dit boek is een analyse van Pro-Boerse ideeën in verschillende vormen van efemere literatuur. Een belangrijk thema is dat de Pro-Boeren worstelden om de oorlog als een verenigd front tegen de regering te bestrijden. De Pro-Boeren publiceerden pamfletten die concurrerende dialogen van protest bevatten. Naarmate de oorlog vorderde, werden de critici eensgezinder en consistenter. De Pro-Boers waren het eens over zaken als de Britse overheersing, de inheemse Afrikaanse kwestie, de verantwoordelijkheid van de regering, de rol van het kapitalisme, en de aard van het ware patriottisme. Evenzo waren de Pro-Boers in staat een consensus te bereiken over de wijze waarop Zuid-Afrika weer moest worden opgebouwd, bijvoorbeeld door het toekennen van zelfbestuur. Deze analyse moet helpen licht te werpen op de belangrijkste kritiek die tegen het Britse Rijk en de oorlog in het algemeen werd geuit. Professionals en iedereen die geïnteresseerd is in Britse, imperiale of anti-oorlogsgeschiedenis aan het eind van de negentiende eeuw zouden dit boek nuttig vinden.