De psychologie is berucht om haar langdurige bijdrage aan het propageren van pathologiserende manieren om handicaps te conceptualiseren en manieren van denken over personen met een handicap die de aandacht vestigen op verschillen in de betekenis van afwijkingen en tekortkomingen. Kenmerkend is dat in studies over handicaps bij kinderen slechts af en toe wordt verwezen naar sterke punten, capaciteiten en welzijn, op nogal oppervlakkige en voor de hand liggende manieren. Als antwoord hierop identificeert de auteur de ontluikende subdiscipline van de positieve psychologie als een domein dat een belangrijk onderzoeksnut heeft. Daarom werd in deze studie gebruik gemaakt van een kwalitatieve interpretatieve benadering om de subjectieve ervaringen te onderzoeken van zes Zuid-Afrikaanse kinderen met cerebrale parese die gedurende een periode van twee jaar deelnamen aan een therapeutisch interventieprogramma voor paardrijden. De studie levert een bijdrage aan bestaand onderzoek op het gebied van handicap en revalidatie door te trachten "thick descriptions" en "thick interpretations" op te leveren in combinatie met theoretische validatie van bevindingen rond de alledaagse subjectieve ervaringen van kinderen met een handicap.