Het systeem van de gemeenschap van beginselen van de Europese Unie berust op twee pijlers: De pan-Europese gemeenschap en de catalogus van beginselen. De pan-Europese gemeenschap is een product van de som van alle organisaties, conventies en verdragen van de Europese staten na het einde van de Tweede Wereldoorlog. De Beginselencatalogus is de samenvatting van alle beginselen, normen en richtsnoeren die na 1945 door de Europese organisaties en verdragen zijn opgesteld. Door de overdracht van waarden en normen wordt de inhoud van de beginselencatalogus overgebracht naar het nationale recht van de lidstaten. De toegenomen banden tussen de natiestaat en de Unie hebben zowel de nationale als de Europese identificatie-inhoud van de burgers van de Unie beïnvloed. De uitbreiding en de nieuwe positionering van de Europese Unie in het internationale systeem actualiseren de kwestie van het imperium. In tegenstelling tot de 19e eeuwse rijken zien we een gewillige periferie tegenover het actieve centrum. Een zuigend effect van de periferie droeg massaal bij aan de uitbreiding van de Unie.