De focus van dit boek ligt op de intellectuele wortels die de moderne slavernij in Brits West-Indië hebben gevormd tussen circa 1500 tot 1830. Het wil de vraag "Waarom" aan de orde stellen in de benadering van de studie van de slavernij. "Waarom' bestond slavernij? "Waarom' werd het door sommige samenlevingen, of groepen daarbinnen, als een noodzaak ervaren? Dit werk formuleert een etymologie en beschrijving van slavernij door de ideologieën en de daaruit voortvloeiende kenmerken te onderzoeken. Het kijkt ook naar "Wie" ontwikkelde de ideologieën die het bestaan van slavernij mogelijk maakten. Dit werk onderzoekt de geschiedenis van de slavernij in de Oudheid (Mesopotamië en het Oude Egypte), vooral in de Laat Klassieke Tijd (Grieks-Romeins) van circa 400/300 v.Chr. tot 600 n.Chr., evenals de slavernij in de Islamitische Oude Wereld, India, Afrika en Meso-Amerika in de Nieuwe Wereld van circa 640 tot 1500 n.Chr.