Voor Togo was de jaren negentig een periode van grote veranderingen, vooral op institutioneel niveau. Na een lange periode van eenzijdig bestuur begon het land zijn democratische transformatie onder het toeziend oog van de internationale gemeenschap. De internationale gemeenschap lijkt haar violen te hebben gestemd om de lof te zingen van de liberale democratie die tijdens de Koude Oorlog heeft gezegevierd. Het democratische ideaal wordt dan een imperatief waar alle landen voortaan naar moeten streven. Het Togolese regime zal de basis van zijn macht door zowel endogene als exogene druk aan het wankelen brengen. De internationale gemeenschap zal dus worden opgeroepen om een leidende rol te spelen in de nieuwe configuratie van het politieke spel dat zich aandient. Het zal dus een uitdaging lijken voor politieke ondernemers bij de verovering en de uitoefening van de macht, gezien de rol die zij gewend zijn te spelen bij het oplossen van politieke crises en in perioden van volksraadpleging. Maar bovenal mag het schijnbaar filantropische karakter van de internationale gemeenschap er niet toe leiden dat we de vaak versluierde belangen die ten grondslag liggen aan haar acties uit het oog verliezen.