Discriminatie vindt plaats in de werkomgeving, door het isoleren van de medewerker door collega's, het aanbieden van arbeidsvoorwaarden die lager zijn dan voor andere medewerkers, of het niet ontvangen van promoties voor managementfuncties. In een macho maatschappij worden vooroordelen tegen homoseksuelen op de werkplek soms verhuld, maar het individu voelt zich vervolgd, kan worden ontslagen of zelfs het slachtoffer worden van sancties en straffen die voortvloeien uit zijn of haar seksuele geaardheid. Discriminatie van het LGBT-publiek wordt sinds 1991 door Amnesty International beschouwd als een schending van de mensenrechten, en dus zijn de rechten van dit publiek in de loop der jaren toegenomen. Bij het analyseren van dit profiel van de organisatiemaatschappij is het volgende probleem ontstaan: de noodzaak om de vorm van manifestatie van homofobie binnen organisaties te verifiëren. Om dit probleem op te lossen is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd door middel van een interview met professionals in hun werkomgeving, in de steden Ponta Grossa en Castro, om hun mening te vragen over de behandeling van homoseksuelen op hun werkplek.