De mensenrechten inzake toerisme en gastvrijheid bestaan naast elkaar in het publiekrecht. Bovendien is het recht inzake toerisme een rechtstak die in 1999 is ontstaan, met name door de aanneming van de mondiale ethische code voor toerisme door de Wereldorganisatie voor Toerisme (WTO), die als nieuwigheid heeft dat er een expliciete correlatie bestaat tussen toerisme en musea. Het werd gepromoveerd tot de rang van een autonome tak van het recht in 2009, door de wetgeving van de Autonome Gemeenschap Madrid over de vrijheid van toeristische informatie en het begin van de sluiting van toeristische verhuur op korte termijn, die wordt vergemakkelijkt door bedrijven van de collaboratieve economie, zoals Airbnb. Musea zijn vooral de katalysator geweest voor het ontstaan van deze tak, maar ook voor het ontstaan van haar autonome karakter. Het toerismerecht wordt in principe versterkt door het Kaderverdrag inzake de ethiek van het toerisme, dat in 2019 door de UNWTO is aangenomen en de herwaardering van musea aanbeveelt. Zij moet verder worden versterkt, onder meer door het beginsel van de voorrang van milieuvriendelijke activiteiten (toerisme, sport, enz.) vast te leggen.