Hoewel de stroom van buitenlandse hulp is toegenomen, verspreidt de armoede zich nog steeds in bepaalde ontvangende landen. Dit onderzoek is een onderzoek naar de beweegredenen achter de Japanse officiële ontwikkelingshulp (ODA) aan Marokko. Ongeacht het feit dat Japan de op één na grootste donor aan Marokko is, is het algemene beeld over de geschiedenis van de Japanse hulp negatief en wordt het gekenmerkt door economisch eigenbelang. Ik stel dat de Japanse regering de hulpbetrekkingen met ontwikkelingslanden heeft voortgezet en nog steeds voortzet, op zoek naar politieke en economische voordelen voor Japan, voordelen voor anderen zijn een ondergeschikt punt van zorg. Op basis van dit onderzoek is de maritieme hulpbron van Marokko het belangrijkste motief voor Japan om hulp toe te kennen. Dit project zal bijdragen aan toekomstig onderzoek over soortgelijke onderwerpen.