De beroemde kunstenaar William Morris was ook een toegewijd socialist. De ernst van zijn socialisme wordt vaak onderschat. E.P.Thompson vestigde de reputatie van Morris als socialist, maar slaagde er niet in de rol van zijn kunst en romantiek volledig op waarde te schatten. Dit boek betoogt dat Morris' socialisme juist relevant is vanwege zijn verleden als kunstenaar. De sleutel is de nadruk op plezierig werk. In dit boek wordt beweerd dat Morris' inzicht in arbeid van grotere betekenis zou kunnen zijn dan Marx' onvervreemdbare arbeid. In tegenstelling tot andere socialisten richtte Morris zich op het kwalitatieve aspect van werk. Hij benadrukte dat werk de uitdrukking van plezier moet zijn, d.w.z. kunst, en dat geen maatschappij echt zou zijn zonder elke arbeid aantrekkelijk te maken. Hij benadrukte ook de kracht van de verbeelding en spoorde arbeiders aan levendige beelden te hebben van hun eigen ideale samenleving om een verandering teweeg te brengen. Zijn eigen utopie was een plaats waar iedereen gelijk is, genietend van een eenvoudig maar creatief leven. Voor iedereen die geconfronteerd wordt met ongelijkheid en onmenselijkheid in de hedendaagse maatschappij, biedt Morris' socialisme de sleutel tot het probleem. Zijn socialisme werpt ook licht op het falen van de bestaande socialistische regimes waar werken altijd zwoegen was/is.