De processen van totstandkoming van nieuwe democratische wetgeving en tenuitvoerlegging van markthervormingen zijn nauw met elkaar verbonden. De auteur onderzoekt een juridisch aspect van de wisselwerking tussen fenomenen als economie en recht in de omstandigheden van radicale politieke, sociaal-economische en sociaal-culturele transformaties op nationaal en regionaal niveau. Aan de orde komen vraagstukken als de voorwaardelijkheid van juridische verschijnselen door economische wetten, het middelenaspect van de activiteit van de staat bij de verwezenlijking van wettelijke voorschriften, de kosten van de verwezenlijking van het recht, de economische doelmatigheid van de wettelijke regeling. In het bijzonder wordt de rol van de economische component bij het verhogen van de doeltreffendheid van wettelijke regelgeving onderzocht. Het resultaat is een gedetailleerde classificatie van de kosten voor de verwezenlijking van het recht, en ook van de kosten voor de omzetting van normatieve instructies. De beperkte materiële middelen van de staat en de voortdurende strijd om de toewijzing daarvan worden beschouwd als een bron van verhoging van de economische doelmatigheid van het recht (in de zin van verlaging van de kosten van rechtshandhaving), en als de belangrijkste factor die de geleidelijke ontwikkeling van het rechtssysteem afremt.