29,99 €
inkl. MwSt.
Versandkostenfrei*
Versandfertig in 1-2 Wochen
  • Broschiertes Buch

Het is een wijdverbreid idee dat (post-)middeleeuwse steden een sterfteoverschot hadden en zij slechts in leven konden blijven door de toestroom van migranten; een fenomeen dat bekend staat als het ¿urban graveyard¿-effect. Over details valt te twisten, maar duidelijk is dat de stad en de dood dichter bij elkaar stonden dan tegenwoordig. Met de dood als belangrijk element in de stedelijke samenleving vormen grafvelden een belangrijke bron van kennis over het leven in de post-middeleeuwen. Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw is systematisch archeologisch onderzoek van (post)middeleeuwse…mehr

Produktbeschreibung
Het is een wijdverbreid idee dat (post-)middeleeuwse steden een sterfteoverschot hadden en zij slechts in leven konden blijven door de toestroom van migranten; een fenomeen dat bekend staat als het ¿urban graveyard¿-effect. Over details valt te twisten, maar duidelijk is dat de stad en de dood dichter bij elkaar stonden dan tegenwoordig. Met de dood als belangrijk element in de stedelijke samenleving vormen grafvelden een belangrijke bron van kennis over het leven in de post-middeleeuwen. Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw is systematisch archeologisch onderzoek van (post)middeleeuwse grafvelden in Nederland op gang gekomen. Veel van het onderzoek is nog niet of slechts beperkt gepubliceerd. Ook ontbreken synthetiserende publicaties waarin vergelijkingen tussen de resultaten van lokaal grafveldonderzoek in steden centraal staan. De stad en de dood presenteert enkele overzichtsartikelen waarin de resultaten van oud archeologisch onderzoek worden vergeleken met resultaten van jongere opgravingen binnen verschillende Nederlandse steden. Naast bio-archeologische aspecten is er tevens aandacht voor grafrituelen. Deze rijk geïllustreerde bundel vormt een belangrijke bouwsteen voor thematische verdieping en is een inspiratiebron voor (inter)nationaal vergelijkend onderzoek. In de tweede ¿ Engelstalige ¿ bundel van Urban Graveyard Proceedings komt een reeks andere geselecteerde Nederlandse en Vlaamse grafvelden aan de orde. Contents 1 Roos van Oosten & Rachel Schats Voorwoord 2. Roos van Oosten & Nico Arts Inleiding 3. Arnold Carmiggelt Monniken, lekenbroeders en loonarbeiders. Een 13de-eeuwse begraafplaats in Hellevoetsluis 4. Ronald van Genabeek 1000 graven: verschillen en overeenkomsten tussen archeologisch onderzochte begraafplaatsen in ¿s-Hertogenbosch (ca. 1275-1858) 5. Constance van der Linde De overledenen uit het massagraf Bastion Baselaar (1794-1795) in ¿s-Hertogenbosch. Slachtoffers van de rodeloop, rotkoorts, malaria of de kogel? 6. Lina de Jonge De begraafplaats van het gasthuis in Breda (1300-1650) 7. Timo d¿Hollosy & Henk de Boer Amersfoorters onder elkaar English abstracts Over de auteurs
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Autorenporträt
Nico Arts (MA) studied cultural and physical anthropology at Leiden University and pre- and proto-history at the University of Amsterdam. Since 1989, he has been employed as the urban archaeologist for the city of Eindhoven. Nico has published many studies concerning the Stone Age in the south of The Netherlands and medieval and early modern archaeology in Eindhoven. He has edited several volumes focusing on the urban archaeology of Eindhoven; most recently he was responsible for a major publication concerning the results of the excavation and analysis of the Catharina graveyard. Currently, Nico is writing up an archaeological synthesis of town and country in the Northern Kempen region between AD 1000 and 1650.

Since 2009, Jeroen Bouwmeester (MA) has been employed by the Cultural Heritage Agency as a senior researcher of medieval and early-modern cities. He studied the archaeology of Northwest Europe at VU University in Amsterdam. After his graduation in 1997, he worked as a senior archaeologist at BAAC and as director of Synthegra. During this period, Jeroen directed large-scale excavations near Zutphen (Bronze Age-Middle Ages). His research at the Cultural Heritage Agency focuses on the development of expectation models of (sub)urban areas by combining historical, geographical, archaeological, and building historical data. He devotes special attention to the development of houses and other buildings in relation to urban planning, a topic which is being developed further in his PhD research.