Het doel van dit boek is om de traditionele concepten van theorie en praktijk, evenals het concept geschiedenis, zoals die zijn toegepast op vertaalopleidingen en vertaalstudies in het algemeen, te herzien. Daarom zijn postmoderne benaderingen toegepast om de binaire tegenstelling theorie/praktijk te deconstrueren, om aan te tonen dat het onmogelijk is te beweren dat er een kloof tussen deze concepten bestaat. Ook is de definitie van deconstructieve geschiedenis gebruikt om aan te tonen dat alle historisch werk interpretatieve verhalen bevat die beïnvloed zijn door de constructie en ideologie van de historicus, en dat er nooit een definitieve historische weergave van een gebeurtenis kan zijn. Tenslotte worden twee exemplarische gevallen ter discussie gesteld om de theoretische beweringen in dit boek te staven, namelijk: prescriptieve vertaalopleiding, en de geschiedenis van de "Toledo Vertaalschool".