Erfelijkheid van verworven eigenschappen op basis van overerving van het hologenoom dat het genoom met het symbiotische microbioom omvat is recentelijk beschreven. Een hoge inname van voedingsvezels vermindert de archeologische endosymbiose die een homo sapiensoort produceert. Lage inname van voedingsvezels verhoogt de archeologische endosymbiose en produceert een homo neanderthalisoort. De archaea zal RNA viroïden afscheiden die kunnen worden omgezet in DNA viroïden en geïntegreerd worden in het genoom dat als springgenen functioneert. De RNA viroïden & hun DNA templates die geïntegreerd worden in het genoom als gevolg van omgevingsstress leidt tot genomische flexibiliteit & dynamiek die kunnen worden geërfd. De overdracht van verworven karakters is afhankelijk van RNA methyleringspatronen, kleine interfererende RNA's & prionen. Zo is archeologische endosymbiose een manier om de genomische structuur te veranderen die kan worden geërfd als reactie op omgevingsstress & psychologische stress.