In de rooms-katholieke kerk verwijst het woord 'leergezag' naar het leergezag van de kerk. Dit gezag wordt begrepen als belichaamd in het bisschopsambt, dat de samenvoeging is van de huidige bisschoppen van de kerk in vereniging met de paus (met uitzondering van de oosters-orthodoxe bisschoppen en het genootschap van de heilige Pius X), geleid door de paus, die het gezag heeft over de bisschoppen, individueel en als een orgaan, en over elke katholiek rechtstreeks. Volgens de katholieke leer is het leergezag in staat om de waarheden van het geloof te onderwijzen of te interpreteren, en het doet dit ofwel onfeilbaar ofwel onfeilbaar. De macht om de kerk te besturen is verdeeld in de macht om wetten wetgevend te maken, de wetten uit te voeren en te oordelen op basis van de wet gerechtelijk.Een persoon oefent de macht uit om te regeren ofwel omdat de persoon een functie heeft waaraan de wet de regerende macht toekent, ofwel omdat iemand met de regerende macht deze aan de persoon heeft gedelegeerd. De gewone macht is de eerste, terwijl de tweede macht gedelegeerd is. Het bureau met gewone macht zou de regerende macht zelf kunnen bezitten of het zou de gewone macht van vertegenwoordiging kunnen hebben. Het boek is goed voor alle christenen, geestelijken en religieuzen tijdens en na de vorming.