Dit boek behandelt - in een voorwoord en 5 hoofdstukken 5, zowel de taal van de moderne poëzie als de taal van het moderne proza van de Hebreeuwse literatuur, vanuit twee hoofdaspecten, namelijk enerzijds de stilistiek en de stijl en anderzijds het literaire discours. De analyse van literaire teksten berust op de veronderstelling dat de taal van de fictie unieke eigen kenmerken bezit, die in andere teksten ontbreken. Literatuur kan worden beschouwd als een apart teksttype, 'emotioneel', binnen de 'referentiële'/'emotionele' scheidslijn. Hebreeuwse schrijvers en dichters zoals Avraham Shlonsky, Ayin Hillel, David Avidan en anderen wijken in hun geschriften vaak af van de grammatica en het lexicon van het moderne Hebreeuws. De mogelijkheid om te kiezen (met bijna absolute vrijheid) tussen alternatieve normatieve en niet-normatieve uitingen is dus het belangrijkste kenmerk van de taal van de fictieve literatuur.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.