In het boek verwijst de auteur naar de studie van de categorie kinderen - geestelijk gehandicapte schoolkinderen met psychopathisch gedrag - die het onderwijsproces in speciale (correctionele) onderwijsinstellingen van de achtste soort aanzienlijk bemoeilijkt door de eigenaardigheden van de emotioneel-vrijwillige en behoeftemotiverende sferen van hun persoonlijkheid. De auteur ziet empathie als een mechanisme dat het gedrag van dergelijke kinderen reguleert. Empathie is de basis voor oordelen over andermans handelen en eigen gedrag; het is een van de belangrijkste bronnen van persoonlijke ontwikkeling; door empathie ontwikkelt een kind vertrouwen in de waarde van de ander en positief gedrag ten opzichte van hem/haar; het vermogen om gevoelens en condities van de ander te ervaren en te delen, om de emotionele waarde van zijn/haar handelen te realiseren. In het werk wordt empathie bij verstandelijk gehandicapte kinderen met psychopathisch gedrag experimenteel geïdentificeerd en op basis van de verkregen gegevens worden de aanwijzingen, vormen en inhoud van correctief en ontwikkelingswerk aan de vorming ervan bepaald bij kinderen van de aangewezen categorie.