Vertalingen verschillen van eigen teksten - dit is een algemeen aanvaard feit. Tegenwoordig richt het onderzoek zich op de vraag hoe ze verschillen, waarbij de stijl van de vertaling wordt onderzocht, meer bepaald vertaaluniversalia - kenmerken die inherent zijn aan vertalen, onafhankelijk van de betrokken taal. Dit werk is een antwoord op de hypothese van Christopher Hopkinson, die uitgaat van een functionele, op betekenis gebaseerde typologie van expliciete verschuivingen. Hopkinson bestudeerde binaire coherentierelaties, die hij onderverdeelde in statisch en dynamisch. Zijn conclusie was dat dynamische relaties een relatief hogere graad van explicatie "aantrekken". Het huidige werk is een poging om de door Hopkinson geïntroduceerde statische en dynamische relaties te herdefiniëren en deze herziene typologie toe te passen op een corpus van krantenteksten. Hopkinson merkte ook op dat de doelteksten meestal meer expliciet dynamisch zijn. Een vergelijkbaar corpus werd dus gebruikt om de doel- en oorspronkelijke teksten te onderzoeken op hun interne samenhang op basis van dynamische of statische relaties. Het werk is een reactie op een hypothese die door een andere geleerde werd geïntroduceerd en hoopt als zodanig bij te dragen tot de huidige discussie over de aard van vertaaluniversalia.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.