De monografie behandelt algemene filosofische en sociaal-filosofische problemen van de politieke economie, de rol van de filosofie bij de vorming en ontwikkeling van de economische wetenschap. De nadruk ligt op het moderne marxistische arbeidsparadigma in de filosofie en de politieke economie, in vergelijking met de paradigma's van de economie, de "filosofie van de economie", de theorie van de post-industriële samenleving. De theorie van de post-industriële samenleving (E. Toffler, D. Bell, M. Castells, e.a.), die de belangrijkste economische verschijnselen van de moderne samenleving aan het licht heeft gebracht, en de verschillende interpretaties daarvan worden uitvoerig behandeld. De marxistische interpretatie van deze theorie op basis van het door K. Marx geïntroduceerde concept van "wetenschappelijke", of "universele" arbeid, wordt onderbouwd. Aangetoond wordt dat de moderne vorm van universele arbeid computerarbeid is als een produktie van abstracte materiële structuren. De oorsprong van de "wetenschappelijke arbeid" wordt beschouwd als de oorzaak van de degeneratie van de waardeverhoudingen, de warenproductie en de markteconomie. Er wordt veel aandacht besteed aan de problemen van het moderne Rusland, de analyse van de markthervormingen en de beginselen van de Russische strategie voor de ontwikkeling tot een postindustriële samenleving. Het boek is bedoeld voor een breed scala van lezers die geïnteresseerd zijn in de fundamentele problemen van de moderne samenleving.