Dit onderzoek onderzocht hoe een westers ontwikkeld theoretisch model voor gedragsverandering kan worden toegepast in een ontwikkelingsland. In 2010 werd formatief veldonderzoek gedaan in Kibera, de grootste informele stedelijke nederzetting van Afrika, in Nairobi, Kenia. De gegevens werden verzameld door middel van focusgroepen, een casestudy en directe observaties. Er werden aanbevelingen gedaan voor een interventie om het aantal gevallen van diarree bij kinderen te verminderen. Er werd een campagne voorgesteld die een consequent en duurzaam gebruik van het Safe Water System bevorderde, dat wil zeggen drinkwaterbehandeling op de plaats van gebruik en veilige opslag van drinkwater. Uit de resultaten bleek dat het inderdaad haalbaar was om het westerse model, de Theorie van gepland gedrag, toe te passen als theoretisch kader voor de campagne, zolang de belangrijkste problemen werden aangepakt. Ten eerste moesten barrières worden verminderd om de zelfredzaamheid te vergroten en een positieve houding ten opzichte van waterzuivering op de plaats van gebruik mogelijk te maken. Ten tweede moesten normatieve gedragingen en overtuigingen worden beoordeeld door een Keniaanse culturele bril en worden aangepast om binnen de context van de cultuur te passen. Dit werk ondersteunt bestaand onderzoek naar het gebruik van de Theorie van Gepland Gedrag in ontwikkelingslanden.