De meeste eukaryotic eiwit-coderende genen zijn verdeeld in exons en introns, en introns moeten voor de productie van rijpe mRNA worden gesplitst door pre-mRNA te splitsen. Pre-mRNA het verbinden is zeer belangrijk voor eukaryotic genuitdrukking, omdat het niet alleen een zeer belangrijke stap in het produceren van rijp mRNA is, maar kan ook transcriptie en vertaling beïnvloeden. Het doel van deze studie is om de relatie tussen genexpressie en splitsingsefficiëntie te onderzoeken, aangezien de relatie niet systematisch is bestudeerd vanuit een bio-informaticabenadering. In dit thesisonderzoek richten we ons op de vraag hoe genexpressie de evolutie van drie belangrijke splitsingssignalen zou beperken: de donor-lasplaats, de acceptor-lasplaats en de vertakkingspuntvolgorde (BPS).