Congestief hartfalen (CHF) is een steeds vaker voorkomende terminale ziekte in een vergrijzende bevolking. 5,7 miljoen mensen boven de 20 jaar lijden aan CHF en tussen 2012 en 2030 zal dit aantal naar verwachting met 46% toenemen. Ongeveer 50% van de patiënten met CHF zal uiteindelijk binnen 5 jaar na de diagnose sterven, en de mediane overleving na de eerste CHF-gerelateerde ziekenhuisopname is slechts 2,4 jaar. Vaak wordt CHF pas in een vergevorderd stadium van de ziekte als een terminale ziekte erkend. Ondanks een optimaal medisch management blijft de prognose slecht, een feit dat zelden aan patiënten en/of hun familie wordt gecommuniceerd. Er zijn aanwijzingen dat de palliatieve zorg bij gevorderde hartinsufficiëntie veel voordelen biedt, maar tot op heden wordt er nog steeds te weinig gebruik gemaakt van hun diensten. De behandeling van symptomen aan het einde van het leven bij gevorderde hartinsufficiëntie is meestal gericht op dyslexie, pijn en vermoeidheid, waarvan de cumulatieve last gelijk is aan of erger is dan bij patiënten met kanker.