Handicap en mensenrechten, en de steeds ouder wordende verpleegkundige beroepsbevolking, in combinatie met de behoefte van het management om de hulpbronnenefficiëntie te vergroten en economische meerwaarde te creëren uit de arbeidskosten, vormen de achtergrond van dit onderzoek. Interviews met lichamelijk gehandicapte verpleegkundigen en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die centraal staan ¿¿in de organisatie van verpleegkundig werk, onthullen de realiteit van discriminerende praktijken waarmee verpleegkundigen worden geconfronteerd. Verpleegkundige ideologieën blijken te worden gevormd door politieke, economische, culturele en sociale factoren. Dit onderzoek waarschuwt dat verpleegkundigen zelf hun eigen houding toestaan ¿¿om het risico te lopen dat professionele verpleging teruggebracht wordt tot voornamelijk gewaardeerd worden vanwege de fysieke arbeidscomponent. Dit boek biedt nieuwe inzichten en perspectieven voor iedereen die geïnteresseerd is in handicaps, theoretici die geïnteresseerd zijn in hoe verplegend personeel hun werkdruk organiseert en hun expertise levert aan zowel hun werkgever als hun patiënten, en aan studenten die willen leren hoe ze onderzoek kunnen doen met behulp van gefundeerde theorie. In het bijzonder is het een bruikbare illustratie van de arbeidsprocestheorie.