Waarom houden we van bijten, sociale satire, maar haten we het om de roep om verandering in praktijk te brengen? Dowd probeert deze vraag te beantwoorden binnen de verhaallijnen zelf. De narratieve modi van de 18e en 19e eeuwse sensibiliteit, die zich uitstrekken over de tijd en de geografische ruimte, infiltreren zelfs in de meest satirische van de "moderne" hervormingsverhalen. Van Charles Dickens tot Tim Dorsey, Reforming the Politics of Sensibility volgt een traject van politiek getinte auteurs waarvan de teksten het verschuivende conflict tussen hervormingsgezinde doelen en sentimentele modi weerspiegelen. Dowd suggereert dat de relatie van elke auteur tot het sentimentele de toon zet voor het sociopolitieke werk van zijn roman, en illustreert belangrijke relaties tussen schijnbare tegenstellingen: sensibiliteit, satire, melodrama, en postmodernisme. Haar boek vraagt ons na te denken over de gecompliceerde interactie van deze genres in de sociopolitieke effectiviteit van de fictie. Door sentimentele modi te onderzoeken in Orwells 1984, Vonnegut's God Bless You, Mr. Rosewater, en Dorsey's Florida Roadkill, laat Dowd zien dat de sentimentele modi blijven spelen in het politieke stilzwijgen dat zo onbevredigend is voor de critici van de populaire fictie.