Dit boek geeft een antwoord op een van de meest intrigerende vragen van het tijdperk van de Koude Oorlog: wat zou er gebeurd zijn als schrijvers in ex-communistische Oost-Europese landen vrij waren geweest om de onderwerpen van hun keuze te verkennen en zich te uiten zoals het hun goeddunkt? Dit boek brengt het werk in beeld van drie Amerikaanse critici van Roemeense afkomst, die in de jaren '70 ballingschap naar de VS verkozen boven een leven onder dictatuur, en onthult hoe hun verlangen om politieke manipulatie te weerstaan en een vrij denksysteem te ontwikkelen zich ontwikkelde tot een interesse om de dualistische polariteiten te overwinnen die besloten liggen in de verdeelde mentaliteit die zowel Oost- als West-Europa na de Tweede Wereldoorlog kenmerkte. Terwijl Matei Calinescu, Virgil Nemoianu en Mihai Spariosu onderscheidende "Amerikaanse" kritische stemmen creëren, ontwikkelt hun begrip van de esthetiek zich tot volwaardige theorieën over moderniteit, "het secundaire" en een irenische, niet-agonale mentaliteit, en dragen zo bij aan de zo gewenste, filosofische herverbinding tussen de ex-communistische en de vrije wereld na 1989.