32,99 €
inkl. MwSt.
Versandkostenfrei*
Versandfertig in 6-10 Tagen
  • Broschiertes Buch

Gustav Frenssen (1863 - 1945) is vandaag de dag zelfs onder Germanisten grotendeels onbekend. De weinigen die hem kennen bestempelen hem vaak als nationaal-socialist en tot nu toe is er niet veel moeite gedaan om met zijn literaire werk om te gaan. Hoewel hij tegen het einde van zijn leven met de nationaal-socialisten samenwerkte en hen steunde bij het propagandistisch verspreiden van hun ideologieën, is het zeker de moeite waard om eens te kijken naar zijn eerdere werk. Vooral "Jörn Uhl" (1901), "Hilligenlei" (1905), "Klaus Hinrich Baas" (1909) en "Otto Babendiek" (1926) verdienen het om…mehr

Produktbeschreibung
Gustav Frenssen (1863 - 1945) is vandaag de dag zelfs onder Germanisten grotendeels onbekend. De weinigen die hem kennen bestempelen hem vaak als nationaal-socialist en tot nu toe is er niet veel moeite gedaan om met zijn literaire werk om te gaan. Hoewel hij tegen het einde van zijn leven met de nationaal-socialisten samenwerkte en hen steunde bij het propagandistisch verspreiden van hun ideologieën, is het zeker de moeite waard om eens te kijken naar zijn eerdere werk. Vooral "Jörn Uhl" (1901), "Hilligenlei" (1905), "Klaus Hinrich Baas" (1909) en "Otto Babendiek" (1926) verdienen het om opgenomen te worden in de literaire canon. Bovenal is "Otto Babendiek" een grote ontwikkelings- of onderwijsroman naar het model van "David Copperfield" (1849/50) van de Engelse schrijver Charles Dickens. Het boek wil genredefinities vastleggen voor de werken van Frenssen en daarmee ook de diversiteit van zijn literaire output laten zien. De meerlagige motieven van Frenssen spelen nog een rol. Daarnaast ligt de focus op de zeer verschillende ideologieën die de auteur heeft verspreid. Dit boek is vertaald met Kunstmatige Intelligentie.
Autorenporträt
Anja Gatterbauer wurde 1992 in Salzburg geboren. Nach Abschluss des Halleines Gymnasiums studierte sie erst Soziale Arbeit, bevor sie sich dem Germanistikstudium an der Universität Salzburg widmete. Das Masterstudium beendete sie mit einer Arbeit über Gustav Frenssen.