Dit boek wil nadenken over het pedagogisch karakter van de filosofie bij Seneca (4 v.C.-65 n.C.). Het beoogt een analyse te maken van de Stoïcijnse opvatting van de Senekiaanse opvoeding, de menselijke natuur, het hoogste goed en de rol van de filosofie in de vorming van de mens. Bij Seneca wordt de mens opgevat als een lichamelijk en geestelijk wezen, zodat hij de drager is van een broze natuur en vatbaar voor het kwaad van dit leven, maar hij is ook de bezitter van een superieure eigenschap, het menselijk verstand. Door te leven volgens zijn eigen natuur kan de mens het hoogste goed bereiken, namelijk het deugdzame leven, geluk en volmaaktheid. Daarin ligt zijn pedagogisch optimisme, de mogelijkheid van menselijke regeneratie vanuit het vormingsproces van zelfopvoeding. Deze regeneratie is mogelijk dankzij de opvoeding en de filosofie, zodat zij de vorming van de ideale Senekiaanse mens, de wijze, concretiseren. Daarom is dit onderzoek relevant voor het gebied van de studies van academische producties, vooral vanuit een analyse gericht op de studies van filosofie en opvoeding in de oudheid.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.