Enzymen zijn tegenwoordig een doelwit van groot onderzoek geworden, omdat ze zeer toepasbaar zijn in verschillende industriële sectoren, zoals geneeskunde, bio-energie en voeding. Het principe dat in dit werk werd gebruikt om deze moleculen te verkrijgen, waren filamenteuze schimmels in een fermentatieproces onder water. Omdat deze organismen veel enzymen produceren en afscheiden om te overleven, hebben ze een snelle generatietijd en zijn ze gemakkelijk genetisch te manipuleren en te kweken. Daarom werden media bestudeerd om deze productie te optimaliseren, waarbij de ideale temperatuur, pH en voedingsomstandigheden voor het micro-organisme werden gecreëerd. Aspergillus flavus, een filamenteuze schimmel, werd verkregen uit gebruikt koffiepoeder en gekweekt in M4 vloeibaar kweekmedium. De schimmel werd in stand gehouden door het vaste kweekmedium regelmatig aan te vullen met gekantelde havermoutagar. Nadat de schimmel was gegroeid, werd het geproduceerde extract onderworpen aan eiwitkwantificering. Als er eiwitten in het monster werden waargenomen, werden er tests uitgevoerd om uit te zoeken welk type enzym en in welk medium de specifieke activiteit het grootst was. En met de wastest bleek het enzym een metaboliet van de schimmel te zijn.