Wat zijn de huidige grenzen van onze kennis van de hersenactiviteit die ten grondslag ligt aan het gezichtsvermogen en hoe kan dit worden bevorderd? In dit boek verken ik deze basisvraag met hands-on experimentele studies. Ik richt me op die aspecten van visuele input die beschreven kunnen worden als basiskenmerken van visuele waarneming. Het begrijpen van hoe de mens de buitenwereld visueel waarneemt is echter nauw verbonden met de studie van de aandacht. Aandacht, dat wil zeggen de selectie van sommige aspecten van de omgeving boven andere, is een van de meest intensief bestudeerde gebieden in de experimentele psychologie, maar de neurale mechanismen blijven grotendeels ongrijpbaar. Deze dissertatie richt zich op drie afzonderlijke studies op de grens van kenmerkspecifieke visuele perceptie en kenmerkspecifieke visuele aandacht. Ik onderzoek de invloed van een verhoogde aandacht (belasting) in een centrale taak, onderzoek de invloed van kenmerkende aandacht op de neurale verwerking van vroege visuele cortex en onderzoek hoe en waar in de hersenen geslachtsdiscriminatie kan worden ontvangen neurale verwerking. Ik bespreek alle bevindingen in het licht van het huidige onderzoek, voor hun wetenschappelijke betekenis en voor toekomstige onderzoeksmogelijkheden.