Is het mogelijk om iemands vroomheid te "meten"? Is er behoefte aan externe controle van het religieuze geloof en de publieke uitdrukking ervan? Het boek probeert deze vragen te beantwoorden. Het richt zich op de relatie tussen de staat, kerkelijke instanties en de orthodoxe bevolking in het openbare en particuliere leven. De regelgeving van de autoriteiten op religieus en moreel gebied, gericht op het waarborgen van de orde en het voorkomen van godslastering, is inherent aan de traditionele samenleving. De volgende periode van modernisering in Rusland betekende een overgang van een patriarchale naar een liberale samenleving. De correlatie tussen traditie en vernieuwing wordt beschouwd in een aantal fenomenen zoals de wettelijke bepaling van de religieuze praktijk van de bevolking, de bouw van kerken en kloosters, het mecenaat, de geestelijke en morele staat van de landgoederen. De studie van sociaal-culturele processen in het pre-revolutionaire Rusland wordt geconcretiseerd aan de hand van het voorbeeld van een van de perifere provincies van het rijk - Orenburg. Aangezien de Kerk en het religieuze leven een tweeledig karakter hebben, als studieobject, verdient het bijzondere aandacht en benadering in de studie. Het boek is gericht aan studenten, etnografen, onderzoekers die geïnteresseerd zijn in dit onderwerp.