De focus van de monografie ligt op de man die over zichzelf praat. Het doel van de studie is om de aandacht te vestigen op de omstandigheid van taal en denken en vervolgens te achterhalen hoe dit tot uiting komt in de interactie van het individu met de wereld - zowel extern als intern; en in het bijzonder hoe dit van invloed is op het vermogen van het individu om zichzelf te begrijpen. Dit doel wordt bereikt door middel van een aantal doelstellingen. Ten eerste wordt voorgesteld om een bredere kijk te hebben op ontwijking - niet alleen als een poëtisch middel, maar ook als een cognitief proces dat zich ontvouwt in elke handeling van menselijke interactie met de wereld, met andere mensen en met zichzelf. Ten tweede is aangetoond dat het zelfbegrip het meest direct afhankelijk is van de taal waarmee iemand zichzelf beschrijft; dat de taal van het zelfbegrip een allegorisch karakter heeft; en dat daarom het spreken over zichzelf altijd allegorisch is. Ten derde wordt het fenomeen van de zelfuitsluiting beschouwd als een gevolg van de zelfverklaringstaal; in dit verband beschrijft het werk de vormen van zelfuitsluiting in een niet-verklaring, de sociale en persoonlijke functies ervan. Ten vierde wordt de kwestie van de kwaliteit van de zelfbeschikking en de mogelijkheid om zelfverloochening in zelfpresentatie te overwinnen aan de orde gesteld.