Onderzoek en debatten over sekseverschillen in leiderschapsstijlen hebben de neiging om zich te richten op, en te interpreteren vanuit, het mannelijk perspectief. Of vrouwen nu wel of niet verschillen van mannen in hun leiderschapsstijlen, is een eeuwigdurend en omstreden terrein. Deze studie heeft geprobeerd om het debat in te gaan door bewijs te leveren van een Afrikaanse studie die de gepercipieerde leiderschaps- en managementstijlen van vrouwelijke lagere schoolhoofden in het Masvingo-onderwijsdistrict in Zimbabwe onderzocht met behulp van de casestudymethodologie. Er werden drie instrumenten voor gegevensverzameling gebruikt: een interview, de psychometrische BSRI-test en de LBDQ. De vrouwelijke schoolhoofden beschreven zichzelf als relatiegericht. De BSRI-testgegevens toonden aan dat vrouwen androgyne en ongedifferentieerde genderoriëntaties bezitten. Ondergeschikte docenten zagen de vrouwelijke hoofden als taakgericht, zoals gemeten door de LBDQ. De resultaten van de drie instrumenten geven nieuwe inzichten in het leiderschapsstijldiscussie, en voor academici en onderzoekers die kiezen voor een veelheid aan onderzoeksinstrumenten bij het zoeken naar de leiderschapsstijlen van vrouwen, en hebben implicaties voor aspirant-schoolhoofden en onderwijsbeleidsmakers.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.