Kurztext Dit werk is gewijd aan de multidimensionale studie van een zo complex en interessant genre van literatuur als de parodie. Hier worden de typologie van de parodie en haar cognitieve eigenschappen gepresenteerd en wordt het intertekstuele en polyferentiële karakter van de parodie beschreven. De auteur suggereert het systeem van taalkundige middelen voor parodie, die gebaseerd zijn op principes als analogie en contrast. De monografie analyseert de folklore en de game roots van parodie. De theoretische premissen gaan vergezeld van de studie van uitgebreid materiaal, vertegenwoordigd door parodieën van Engelstalige auteurs uit de XVIIIe, XIXe, XXe, XXIe eeuw. De monografie is bestemd voor studenten en postdoctorale studenten van filologische faculteiten, docenten en een breed scala van taalwetenschappelijke onderzoekers.