De monografie gaat over de geschiedschrijving, cultuur en identiteit van een Palestijns dorp, Lubya, dat in 1948 werd afgebroken, waardoor de hele bevolking werd ontworteld en verspreid; tegenwoordig woont het dorp in dertien verschillende landen in de vier hoeken van de wereld. Om de getuigen en het puin van de huizen te wissen, wordt een groot groen bos, "South African Forest" genaamd, geplant om de laatste overblijfselen te begraven en de verschrikkelijke misdaad van de sloop te verdoezelen. Rond 3500 mensen woonden in Lubya voor de Nakba in 1948; tegenwoordig zijn dat er bijna 50.000. De belangrijkste methode om de historiografie van Lubya te reconstrueren - de grootste in de wijk Tiberias en de tweede in Galilea - zijn kwalitatieve interviews met de oudere generatie, ondersteund door archiefdocumenten in Jeruzalem, Nazareth, Londen; dagboeken, krantenartikelen en historische referenties. De jonge Lubyan-generatie die in ballingschap leeft, werd ook geïnterviewd om hun aspiraties, levensonderhoud, identiteitsvraagstukken, integratie en hun dromen over terugkeer te volgen.