Sensorineuraal gehoorverlies treft 1 tot 3 van elke 1000 kinderen die geboren worden. In de meeste gevallen is het kind niet-syndroom (d.w.z. dat het niet geassocieerd wordt met aangeboren kenmerken) en is het kind gezond. Sensorineuraal verlies in de kindertijd beperkt de ontwikkeling van gesproken taal, maar met versterking (hoortoestellen) of cochleaire implantatie en intensieve habilitatie kunnen deze kinderen gesproken taal ontwikkelen. Deze masterscriptie beschrijft een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van ouders in heel Nieuw-Zeeland voorafgaand aan en in de jaren na het cochleaire implantaat van hun kind.