Spanje heeft een unieke ervaring opgedaan met een vreedzame, evolutionaire overgang van dictatuur naar parlementaire democratie, positieve veranderingen op de belangrijkste gebieden van de sociale ontwikkeling in de afgelopen decennia. Tussen 1996 en 2004 hebben twee partijen - de Volkspartij (die aan de macht is) en de Spaanse Socialistische Arbeiderspartij (die in de oppositie zit) - een sleutelrol gespeeld in het land. Tijdens de regeringsperiode van "de Volkspartij" vonden er grote veranderingen plaats in Spanje: het economisch potentieel nam toe, de levensstandaard van de bevolking verbeterde, het internationale prestige van het land werd versterkt. Het onderzoek van Dmitry Rogovitsky heeft tot doel de belangrijkste parameters van consensus en onenigheid tussen de PP en de PSOE te identificeren, om hun invloed op het binnenlands en buitenlands beleid van het land aan te tonen. Tot dusver is dit onderwerp noch in de binnenlandse, noch in de Spaanse geschiedschrijving het voorwerp geweest van een speciale studie.