Het boek onderzoekt wie wie, wat en waarom controleert in het onderwijssysteem van Lesotho. Dit is gedaan door te kijken naar de relatie tussen leraren, de staat en de kerken in Lesotho en hoe leraren zichzelf zien in relatie tot de staatsstructuren. Leraren zijn zich bewust van de aard van hun werk en de tegenstrijdigheden die daarmee gepaard gaan. Hun organisaties vechten over brood en boter, ze tonen ook diepere ontevredenheid over professionele kwesties zoals curriculumontwikkeling en het topdown beleid van de overheid, maar hun leiderschap lijkt niet in staat om deze professionele ontevredenheid op te pakken en passende professionele eisen te formuleren. Het leiderschap is niet pro-actief maar de grond is wel vruchtbaar voor het organiseren van leerkrachten over professionele kwesties. Leerkrachten hebben minimale controle over wat er in de scholen gebeurt. Uit onze bevindingen blijkt dat het de staat is die beslissingen neemt over de inhoud van het onderwijs, de organisatie van de scholen op verschillende niveaus, de personeelsbezetting, de inspectie van de scholen en het afnemen van de examens. De kerk heeft de controle over de werving, de aanstelling en de overplaatsing van leerkrachten.