De oude traditionele ethiek en de recente eco-ethiek, die in de sociale en natuurlijke omgeving van de hedendaagse mens zijn ontstaan, moeten op kunstmatige intelligentie worden toegepast om de coëxistentie tussen mensen onderling en hun coëxistentie met de natuur in stand te houden. Dit in termen van hun veiligheid en het duurzame en duurzame gebruik van niet-menselijke levende hulpbronnen om hun voortbestaan te verzekeren. Dit vereist op zijn beurt een juridisch beheer van het mondiale niveau in termen van naleving van de wetten van mens en natuur. Bij dit alles roept het intelligente beheer van de infosfeer en de noo-sfeer (of sfeer van het geestelijke of mentale substraat van de wereld van Teilhard De Chardin) (De Chardin, (1964) (2) uiterst belangrijke vragen op met betrekking tot de programmering van informatie en onderwijs op een transcultureel niveau. Dit alles om bij te dragen tot een betere coëxistentie van de mens en tot een concept van coëxistentie in ruime zin, gerelateerd aan andere niet-menselijke levende soorten. Wij kunnen niet streven naar een Kantiaanse eeuwigdurende vrede (Kant, (1964) (3), noch naar een menselijke terugkeer naar de natuurlijke staat om deze harmonie te bereiken.