Magnetic Resonance Imaging
Herausgeber: Zuurbier, Ria; Dam, Tom; Dol-Jansen, José; Geers-Van Gemeren, Sija; Nahuis, Johan
Magnetic Resonance Imaging
Herausgeber: Zuurbier, Ria; Dam, Tom; Dol-Jansen, José; Geers-Van Gemeren, Sija; Nahuis, Johan
- Broschiertes Buch
- Merkliste
- Auf die Merkliste
- Bewerten Bewerten
- Teilen
- Produkt teilen
- Produkterinnerung
- Produkterinnerung
In dit boek worden de fysische en technische principes van MRI beschreven. Ook worden de meest voorkomende MRI-onderzoeken besproken, waarbij de relevante anatomie, pathologie en indicaties worden behandeld, evenals de positionering van de patiënt. Behalve voor MBB'ers (Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundigen) in opleiding, is Magnetic Resonance Imaging ook bij uitstek geschikt voor afgestudeerde MBB'ers die zich willen specialiseren op het gebied van MRI. Het boek is ook een goede introductie voor artsen in opleiding. Dit boek is een vervolg op, en afgeleid van de boeken 'Techniek in…mehr
- Carlos A ZamoraUpdate on Imaging Contrast Agents, an Issue of Magnetic Resonance Imaging Clinics of North America139,99 €
- Katherine E MaturenGynecologic Imaging, an Issue of Magnetic Resonance Imaging Clinics of North America136,99 €
- Mario MutoUpdate on Spine Imaging, an Issue of Magnetic Resonance Imaging Clinics of North America139,99 €
- Robert KrausUltra-Low Field Nuclear Magnetic Resonance244,99 €
- Richard B BuxtonIntroduction to Functional Magnetic Resonance Imaging316,99 €
- Thierry A G M HuismanMRI of the Newborn, Part 2, an Issue of Magnetic Resonance Imaging Clinics113,99 €
- Jorge A SotoMR in the Emergency Room, an Issue of Magnetic Resonance Imaging Clinics of North America135,99 €
-
-
-
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
- Produktdetails
- Verlag: Bohn Stafleu Van Loghum / Bohn Stafleu van Loghum
- 3rd 2017 edition
- Seitenzahl: 374
- Erscheinungstermin: 28. August 2017
- Niederländisch
- Gewicht: 939g
- ISBN-13: 9789036819336
- ISBN-10: 9036819334
- Artikelnr.: 48589349
- Verlag: Bohn Stafleu Van Loghum / Bohn Stafleu van Loghum
- 3rd 2017 edition
- Seitenzahl: 374
- Erscheinungstermin: 28. August 2017
- Niederländisch
- Gewicht: 939g
- ISBN-13: 9789036819336
- ISBN-10: 9036819334
- Artikelnr.: 48589349
2 De geschiedenis van MRI in Nederland.
2.1 Van NMR tot MRI.
2.2 Het Proton
project.
2.3 De eerste patiënten.
2.4 Van fabriek naar ziekenhuis.
2.5 De taak van de laborant in de begintijd.
2.6 Verdere ontwikkeling en voorzichtige uitbreiding.
2.7 Het rapport
Kassenaar.
2.8 Van academie naar de periferie.
2.9 Naar 1,5 tesla.
2.10 De plaats van de MRI in de opleiding tot radioloog.
2.11 De waarde van MRI in de diagnostische keten en verdere.
verspreiding.
2.12 De verschuiving naar 3 tesla en hoger.
3 Het MRI
signaal.
3.1 Waterstof en kernspin.
3.2 Kernspins in een magnetisch veld.
3.3 Precessie en precessiefrequentie.
3.4 Parallelle en antiparallelle richting.
3.5 Uit fase en in fase, nettomagnetisatie.
3.6 Resonantie en excitatie.
3.7 Het FID
signaal.
3.8 De signaalintensiteit en de signaal
ruisverhouding.
4 Contrast.
4.1 Relaxatie.
4.2 T1
en T2
relaxatietijd.
4.3 Verschillen in T1
relaxatie.
4.4 Verschillen in T2
relaxatie.
4.5 T2 en T2*.
4.6 De spin
echopulssequentie.
4.7 T1
en T2
gewogen afbeeldingen.
4.8 De invloed van de repetitietijd.
4.9 De invloed van de echotijd.
4.10 Parameters voor T1
, T2
en PD
gewogen afbeeldingen.
4.11 De afbeeldingen.
4.12 Dual
contrastsequentie.
4.13 De IR
sequentie.
4.14 FLAIR (fluid attenuated inversion
recovery).
4.15 STIR (short TI inversion
recovery).
4.16 Modulus en reële (real) afbeeldingen bij de IR
sequentie.
4.17 Spectrale vetonderdrukking (fat sat, SPIR).
4.18 Gebruik van een paramagnetisch contrastmiddel.
4.19 Magnetization transfer contrast (MTC).
4.20 Flow.
4.21 Gradiëntechosequenties.
4.22 Contrastparameters bij de gradiëntechosequenties.
4.23 Toepassingen van gradiëntechosequenties.
4.24 Contrastparameters en beeldkwaliteit.
5 Ruimtelijke codering en resolutie.
5.1 Codering.
5.2 Gradiënten.
5.3 Plakselectie.
5.4 Fasecodering.
5.5 Frequentiecodering.
5.6 Resolutie.
5.7 Bandbreedte.
5.8 Pulssequentiediagram (PSD).
6 K
vlak en scantijd.
6.1 Datacollectie en het MRI
signaal.
6.2 De fouriertransformatie (FT).
6.3 Het K
vlak.
6.4 Scantijd.
6.5 Multi
slice imaging.
6.6 Verkleinen van het fase
FOV.
6.7 Verkleinen van de fasematrix.
6.8 Interpolation, zero fill.
6.9 Partial fourier, partial averaging, halfscan.
6.10 Oversampling (no phase wrap, fold
over suppression).
6.11 Volume imaging.
6.12 Parameters en hun invloed op de beeldkwaliteit.
De turbo
spin
echosequentie.
7.1 De scantijd in de spin
echopulssequentie.
7.2 Principe van de turbo
spin
echosequentie.
7.3 Turbofactor en scantijd.
7.4 Effectieve echotijd.
7.5 Beeldkwaliteit bij de TSE
sequentie.
7.5.1 J
coupling.
7.5.2 Blurring.
7.5.3 MTC
effecten.
7.6 Speciale toepassingen.
7.6.1 Asymmetrische K
vlakvulling.
7.6.2 Single
shot TSE.
7.6.3 Inversion
recovery en turbo
spin
echo (TSE
IR, TIRM).
7.6.4 Dual turbo
spin
echo.
7.7 SAR (specific absorption rate).
7.8 Samenvatting en conclusies.
8 Gradiëntechosequenties.
8.1 Inleiding.
8.2 Magnetische susceptibiliteit.
8.3 Steady state.
8.4 Contrast.
8.5 Signaal van water en vet.
8.6 Echotijden in en uit fase.
8.7 Nomenclatuur en acroniemen.
8.8 Coherente (T.
*
gewogen) sequenties.
8.9 Incoherente (spoiled) sequenties.
8.9.1 RF
spoiling.
8.9.2 Gradiënt
spoiling.
8.9.3 Een lange TR.
8.10 Contrast bij spoiled sequenties.
8.11 Time
reversed sequenties.
8.12 Balanced gradiëntechosequenties.
8.13 Ultrasnelle sequenties.
8.14 MP
RAGE.
8.15 EPI
sequentie.
8.16 Artefacten bij de EPI
sequentie.
8.17 SE
EPI en GRASE.
9 Systeemcomponenten of hardware.
9.1 Kooi van Faraday.
9.2 Magneet.
9.3 Gradiënten.
9.4 Zend
en ontvangstgedeelte.
9.5 Spoelen of antennes.
9.6 Computer.
9.7 Onderzoekstafel.
10 MRI
spoelen.
10.1 Inleiding.
10.2 Spoel versus antenne.
10.3 Het geïnduceerde signaal.
10.4 Het MRI
signaal en de signaal
ruisverhouding.
10.5 Soorten spoelen.
10.6 Een matrix van spoelen.
11 Artefacten.
11.1 Inleiding.
11.2 Artefacten door omgevingsfactoren.
11.3 Artefacten door parameterkeuze.
11.4 Artefacten door de spoelkeuze.
11.5 Artefacten door de patiënt.
12 Veiligheid bij een MRI
onderzoek.
12.1 Inleiding.
12.2 De magneet.
12.3 De gradiënten.
12.4 De RF
puls.
12.5 De patiënt.
12.6 Helium.
12.7 Gadoliniumhoudend contrastmiddel.
12.8 Conclusies.
13 Parallel imaging.
13.1 Inleiding.
13.2 Beperkingen van snelle acquisitietijden en fast imaging.
13.3 K
vlakvulling bij een gereduceerd fase
FOV.
13.4 Phased arrays.
13.5 Parallel imaging reconstruction in image space.
13.6 Parallel imaging reconstruction in K
space.
13.7 De invloed van parallel imaging op scantijd en SNR.
13.8 Toepassingen.
13.9 Artefacten.
13.10 Conclusie.
14 Contrastmiddelen.
14.1 Werking.
14.2 Indeling.
14.3 Bijwerkingen en contra
indicaties.
14.4 Dosis.
14.5 Leverspecifieke contrastmiddelen.
14.6 Bloodpool agents.
14.7 Enterale contrastmiddelen.
14.8 Contrastmiddelen voor artrografie.
15 MR
angiografie.
15.1 Fasecontrastangiografie (PCA).
15.1.1 De sequentie.
15.1.2 VENC.
15.1.3 Toepassingen.
15.2 Time of flight (TOF).
15.2.1 Inleiding.
15.2.2 Saturatie.
15.2.3 Parameters voor de TOF
sequentie.
15.2.4 2D
TOF versus 3D
TOF.
15.2.5 Enkele voorbeelden.
15.3 Contrast
enhanced MRA.
15.3.1 Inleiding.
15.3.2 Techniek en sequenties.
15.3.3 Timing.
15.3.4 Injectiesnelheid.
15.3.5 Timing in relatie tot de centrale lijn van het K
vlak.
15.3.6 Enkele voorbeelden.
16 Meer dan imaging.
16.1 Inleiding.
16.2 Dynamic imaging (dynamische MRI).
16.3 Perfusie
imaging.
16.4 Diffusie
imaging.
16.5 Functional imaging (fMRI).
16.6 Spectroscopie.
17 MRI van het hoofd.
17.1 Anatomie.
17.1.1 Inleiding.
17.1.2 De hersenen.
17.1.3 Het ventrikelsysteem en de liquor cerebrospinalis.
17.1.4 De hersenvliezen.
17.1.5 Hersenzenuwen.
17.1.6 Bloedvoorziening van de hersenen.
17.2 Het MRI
onderzoek.
17.2.1 Spoelen.
17.2.2 Positionering.
17.2.3 Vlakken.
17.2.4 Sequenties voor een standaardprotocol.
17.3 Pathologie van de hersenen en enkele MRI
indicaties.
17.3.1 Wittestofafwijkingen, demyelinisaties, MS.
17.3.2 Tumoren en metastasen.
17.3.3 Pathologie van de bloedvaten en de bloedvoorziening.
17.3.4 Pathologie in de schedelbasis en achterste schedelgroeve.
18 MRI van de wervelkolom.
18.1 Inleiding.
18.2 Positionering van de patiënt en spoelen.
18.3 Instructies en begeleiding van de patiënt.
18.4 Standaardprotocol en
sequenties.
18.5 Parameters.
18.6 Aanvullende, extra sequenties.
18.6.1 Coronale vlakken.
18.6.2 Vetsuppressie.
18.6.3 Contrastmiddel.
18.6.4 Snelle sequenties.
18.6.5 Oblique vlakken.
18.6.6 Myelografie.
18.6.7 PD
gewogen sequentie.
18.7 Indicaties en pathologie.
18.7.1 Degeneratie, kanaalstenose, discushernia, radiculopathie, neurogene claudicatie.
18.7.2 Discitis.
18.7.3 Myelopathie, myelomalacie, syringomyelie, myelitis, MS
plaques.
18.7.4 Tumoren en metastasen.
18.8 Enkele voorbeelden.
18.8.1 Aneurysma.
18.8.2 Meningeoom.
18.8.3 Metastase.
19 MRI van de gewrichten.
19.1 Het schoudergewricht.
19.1.1 Indicaties en pathologie.
19.1.2 Positionering en spoelen.
19.1.3 Afbeeldingsvlakken.
19.1.4 Sequenties.
19.1.5 Artefacten.
19.1.6 Contrastmiddel en artrografie.
19.2 Het ellebooggewricht.
19.2.1 Indicaties en pathologie.
19.2.2 Positionering en spoelen.
19.2.3 Afbeeldingsvlakken.
19.2.4 Sequenties.
19.2.5 Artefacten.
19.3 Het pols
en handgewricht.
19.3.1 Indicaties en pathologie.
19.3.2 Positionering en spoelen.
19.3.3 Sequenties en afbeeldingsvlakken.
19.3.4 Contrastmiddel.
19.3.5 Artefacten.
19.4 Het heupgewricht.
19.4.1 Indicaties en pathologie.
19.4.2 Positionering en spoelen.
19.4.3 Afbeeldingsvlakken en sequenties.
19.4.4 Contrastmiddel.
19.4.5 Technische aspecten en artefacten.
19.5 Het kniegewricht.
19.5.1 Indicaties en pathologie.
19.5.2 Positionering en spoelen.
19.5.3 Afbeeldingsvlakken en sequenties.
19.5.4 Technische aspecten en artefacten.
19.6 Het enkel
en voetgewricht.
19.6.1 Indicaties en pathologie.
19.6.2 Positionering en spoelen.
19.6.3 Sequenties en afbeeldingsvlakken.
19.6.4 Technische aspecten en artefacten.
20 MRI van het abdomen.
20.1 Inleiding.
20.2 Bovenbuik.
20.3 Dunne darm.
20.4 Nieren en urinewegen.
20.5 Kleine bekken.
21 MRI van het hart.
21.1 Het hart.
21.2 Het ecg.
21.3 Ecg
gating.
21.4 T1
en T2
gewogen afbeeldingen bij toepassing van ecg
gating.
21.5 Perifere puls
gating (PPG).
21.6 De ademhaling.
21.7 Multifase
imaging (of cine
imaging).
21.8 Afbeeldingsvlakken.
21.8.1 De lange as.
21.8.2 De 4
kamerview.
21.8.3 De korte as.
21.8.4 In
en outflowtrajecten en hartkleppen.
21.8.5 De linker 2
kamerview.
21.8.6 De rechter 2
kamerview.
21.8.7 Het in
en outflowtraject van de linker ventrikel.
21.8.8 De aorta en de truncus pulmonalis.
21.9 Sequenties.
21.10 Enkele toepassingen.
21.10.1 Hartfunctie met behulp van multifase
imaging.
21.10.2 Perfusie van het myocard.
21.10.3 Viability (delayed contrast enhancement; DCE).
22 MRI van de mammae.
22.1 Anatomie van de borst.
22.2 Onderzoeksprotocol.
22.3 Indicaties voor mamma
MRI.
22.3.1 Probleemoplossend.
22.3.2 Preoperatief.
22.3.3 Onbekende primaire tumor.
22.3.4 Evaluatie van neoadjuvante chemotherapie.
22.3.5 Na borstsparende therapie.
22.3.6 Screening met behulp van MRI.
22.3.7 Borstprothesen.
22.4 Biopsie.
22.5 Beoordeling van de MRI
beelden.
22.5.1 Kinetiek.
22.5.2 Morfologie.
Websites.
Literatuur.
Illustratieverantwoording.
Register.
2 De geschiedenis van MRI in Nederland.
2.1 Van NMR tot MRI.
2.2 Het Proton
project.
2.3 De eerste patiënten.
2.4 Van fabriek naar ziekenhuis.
2.5 De taak van de laborant in de begintijd.
2.6 Verdere ontwikkeling en voorzichtige uitbreiding.
2.7 Het rapport
Kassenaar.
2.8 Van academie naar de periferie.
2.9 Naar 1,5 tesla.
2.10 De plaats van de MRI in de opleiding tot radioloog.
2.11 De waarde van MRI in de diagnostische keten en verdere.
verspreiding.
2.12 De verschuiving naar 3 tesla en hoger.
3 Het MRI
signaal.
3.1 Waterstof en kernspin.
3.2 Kernspins in een magnetisch veld.
3.3 Precessie en precessiefrequentie.
3.4 Parallelle en antiparallelle richting.
3.5 Uit fase en in fase, nettomagnetisatie.
3.6 Resonantie en excitatie.
3.7 Het FID
signaal.
3.8 De signaalintensiteit en de signaal
ruisverhouding.
4 Contrast.
4.1 Relaxatie.
4.2 T1
en T2
relaxatietijd.
4.3 Verschillen in T1
relaxatie.
4.4 Verschillen in T2
relaxatie.
4.5 T2 en T2*.
4.6 De spin
echopulssequentie.
4.7 T1
en T2
gewogen afbeeldingen.
4.8 De invloed van de repetitietijd.
4.9 De invloed van de echotijd.
4.10 Parameters voor T1
, T2
en PD
gewogen afbeeldingen.
4.11 De afbeeldingen.
4.12 Dual
contrastsequentie.
4.13 De IR
sequentie.
4.14 FLAIR (fluid attenuated inversion
recovery).
4.15 STIR (short TI inversion
recovery).
4.16 Modulus en reële (real) afbeeldingen bij de IR
sequentie.
4.17 Spectrale vetonderdrukking (fat sat, SPIR).
4.18 Gebruik van een paramagnetisch contrastmiddel.
4.19 Magnetization transfer contrast (MTC).
4.20 Flow.
4.21 Gradiëntechosequenties.
4.22 Contrastparameters bij de gradiëntechosequenties.
4.23 Toepassingen van gradiëntechosequenties.
4.24 Contrastparameters en beeldkwaliteit.
5 Ruimtelijke codering en resolutie.
5.1 Codering.
5.2 Gradiënten.
5.3 Plakselectie.
5.4 Fasecodering.
5.5 Frequentiecodering.
5.6 Resolutie.
5.7 Bandbreedte.
5.8 Pulssequentiediagram (PSD).
6 K
vlak en scantijd.
6.1 Datacollectie en het MRI
signaal.
6.2 De fouriertransformatie (FT).
6.3 Het K
vlak.
6.4 Scantijd.
6.5 Multi
slice imaging.
6.6 Verkleinen van het fase
FOV.
6.7 Verkleinen van de fasematrix.
6.8 Interpolation, zero fill.
6.9 Partial fourier, partial averaging, halfscan.
6.10 Oversampling (no phase wrap, fold
over suppression).
6.11 Volume imaging.
6.12 Parameters en hun invloed op de beeldkwaliteit.
De turbo
spin
echosequentie.
7.1 De scantijd in de spin
echopulssequentie.
7.2 Principe van de turbo
spin
echosequentie.
7.3 Turbofactor en scantijd.
7.4 Effectieve echotijd.
7.5 Beeldkwaliteit bij de TSE
sequentie.
7.5.1 J
coupling.
7.5.2 Blurring.
7.5.3 MTC
effecten.
7.6 Speciale toepassingen.
7.6.1 Asymmetrische K
vlakvulling.
7.6.2 Single
shot TSE.
7.6.3 Inversion
recovery en turbo
spin
echo (TSE
IR, TIRM).
7.6.4 Dual turbo
spin
echo.
7.7 SAR (specific absorption rate).
7.8 Samenvatting en conclusies.
8 Gradiëntechosequenties.
8.1 Inleiding.
8.2 Magnetische susceptibiliteit.
8.3 Steady state.
8.4 Contrast.
8.5 Signaal van water en vet.
8.6 Echotijden in en uit fase.
8.7 Nomenclatuur en acroniemen.
8.8 Coherente (T.
*
gewogen) sequenties.
8.9 Incoherente (spoiled) sequenties.
8.9.1 RF
spoiling.
8.9.2 Gradiënt
spoiling.
8.9.3 Een lange TR.
8.10 Contrast bij spoiled sequenties.
8.11 Time
reversed sequenties.
8.12 Balanced gradiëntechosequenties.
8.13 Ultrasnelle sequenties.
8.14 MP
RAGE.
8.15 EPI
sequentie.
8.16 Artefacten bij de EPI
sequentie.
8.17 SE
EPI en GRASE.
9 Systeemcomponenten of hardware.
9.1 Kooi van Faraday.
9.2 Magneet.
9.3 Gradiënten.
9.4 Zend
en ontvangstgedeelte.
9.5 Spoelen of antennes.
9.6 Computer.
9.7 Onderzoekstafel.
10 MRI
spoelen.
10.1 Inleiding.
10.2 Spoel versus antenne.
10.3 Het geïnduceerde signaal.
10.4 Het MRI
signaal en de signaal
ruisverhouding.
10.5 Soorten spoelen.
10.6 Een matrix van spoelen.
11 Artefacten.
11.1 Inleiding.
11.2 Artefacten door omgevingsfactoren.
11.3 Artefacten door parameterkeuze.
11.4 Artefacten door de spoelkeuze.
11.5 Artefacten door de patiënt.
12 Veiligheid bij een MRI
onderzoek.
12.1 Inleiding.
12.2 De magneet.
12.3 De gradiënten.
12.4 De RF
puls.
12.5 De patiënt.
12.6 Helium.
12.7 Gadoliniumhoudend contrastmiddel.
12.8 Conclusies.
13 Parallel imaging.
13.1 Inleiding.
13.2 Beperkingen van snelle acquisitietijden en fast imaging.
13.3 K
vlakvulling bij een gereduceerd fase
FOV.
13.4 Phased arrays.
13.5 Parallel imaging reconstruction in image space.
13.6 Parallel imaging reconstruction in K
space.
13.7 De invloed van parallel imaging op scantijd en SNR.
13.8 Toepassingen.
13.9 Artefacten.
13.10 Conclusie.
14 Contrastmiddelen.
14.1 Werking.
14.2 Indeling.
14.3 Bijwerkingen en contra
indicaties.
14.4 Dosis.
14.5 Leverspecifieke contrastmiddelen.
14.6 Bloodpool agents.
14.7 Enterale contrastmiddelen.
14.8 Contrastmiddelen voor artrografie.
15 MR
angiografie.
15.1 Fasecontrastangiografie (PCA).
15.1.1 De sequentie.
15.1.2 VENC.
15.1.3 Toepassingen.
15.2 Time of flight (TOF).
15.2.1 Inleiding.
15.2.2 Saturatie.
15.2.3 Parameters voor de TOF
sequentie.
15.2.4 2D
TOF versus 3D
TOF.
15.2.5 Enkele voorbeelden.
15.3 Contrast
enhanced MRA.
15.3.1 Inleiding.
15.3.2 Techniek en sequenties.
15.3.3 Timing.
15.3.4 Injectiesnelheid.
15.3.5 Timing in relatie tot de centrale lijn van het K
vlak.
15.3.6 Enkele voorbeelden.
16 Meer dan imaging.
16.1 Inleiding.
16.2 Dynamic imaging (dynamische MRI).
16.3 Perfusie
imaging.
16.4 Diffusie
imaging.
16.5 Functional imaging (fMRI).
16.6 Spectroscopie.
17 MRI van het hoofd.
17.1 Anatomie.
17.1.1 Inleiding.
17.1.2 De hersenen.
17.1.3 Het ventrikelsysteem en de liquor cerebrospinalis.
17.1.4 De hersenvliezen.
17.1.5 Hersenzenuwen.
17.1.6 Bloedvoorziening van de hersenen.
17.2 Het MRI
onderzoek.
17.2.1 Spoelen.
17.2.2 Positionering.
17.2.3 Vlakken.
17.2.4 Sequenties voor een standaardprotocol.
17.3 Pathologie van de hersenen en enkele MRI
indicaties.
17.3.1 Wittestofafwijkingen, demyelinisaties, MS.
17.3.2 Tumoren en metastasen.
17.3.3 Pathologie van de bloedvaten en de bloedvoorziening.
17.3.4 Pathologie in de schedelbasis en achterste schedelgroeve.
18 MRI van de wervelkolom.
18.1 Inleiding.
18.2 Positionering van de patiënt en spoelen.
18.3 Instructies en begeleiding van de patiënt.
18.4 Standaardprotocol en
sequenties.
18.5 Parameters.
18.6 Aanvullende, extra sequenties.
18.6.1 Coronale vlakken.
18.6.2 Vetsuppressie.
18.6.3 Contrastmiddel.
18.6.4 Snelle sequenties.
18.6.5 Oblique vlakken.
18.6.6 Myelografie.
18.6.7 PD
gewogen sequentie.
18.7 Indicaties en pathologie.
18.7.1 Degeneratie, kanaalstenose, discushernia, radiculopathie, neurogene claudicatie.
18.7.2 Discitis.
18.7.3 Myelopathie, myelomalacie, syringomyelie, myelitis, MS
plaques.
18.7.4 Tumoren en metastasen.
18.8 Enkele voorbeelden.
18.8.1 Aneurysma.
18.8.2 Meningeoom.
18.8.3 Metastase.
19 MRI van de gewrichten.
19.1 Het schoudergewricht.
19.1.1 Indicaties en pathologie.
19.1.2 Positionering en spoelen.
19.1.3 Afbeeldingsvlakken.
19.1.4 Sequenties.
19.1.5 Artefacten.
19.1.6 Contrastmiddel en artrografie.
19.2 Het ellebooggewricht.
19.2.1 Indicaties en pathologie.
19.2.2 Positionering en spoelen.
19.2.3 Afbeeldingsvlakken.
19.2.4 Sequenties.
19.2.5 Artefacten.
19.3 Het pols
en handgewricht.
19.3.1 Indicaties en pathologie.
19.3.2 Positionering en spoelen.
19.3.3 Sequenties en afbeeldingsvlakken.
19.3.4 Contrastmiddel.
19.3.5 Artefacten.
19.4 Het heupgewricht.
19.4.1 Indicaties en pathologie.
19.4.2 Positionering en spoelen.
19.4.3 Afbeeldingsvlakken en sequenties.
19.4.4 Contrastmiddel.
19.4.5 Technische aspecten en artefacten.
19.5 Het kniegewricht.
19.5.1 Indicaties en pathologie.
19.5.2 Positionering en spoelen.
19.5.3 Afbeeldingsvlakken en sequenties.
19.5.4 Technische aspecten en artefacten.
19.6 Het enkel
en voetgewricht.
19.6.1 Indicaties en pathologie.
19.6.2 Positionering en spoelen.
19.6.3 Sequenties en afbeeldingsvlakken.
19.6.4 Technische aspecten en artefacten.
20 MRI van het abdomen.
20.1 Inleiding.
20.2 Bovenbuik.
20.3 Dunne darm.
20.4 Nieren en urinewegen.
20.5 Kleine bekken.
21 MRI van het hart.
21.1 Het hart.
21.2 Het ecg.
21.3 Ecg
gating.
21.4 T1
en T2
gewogen afbeeldingen bij toepassing van ecg
gating.
21.5 Perifere puls
gating (PPG).
21.6 De ademhaling.
21.7 Multifase
imaging (of cine
imaging).
21.8 Afbeeldingsvlakken.
21.8.1 De lange as.
21.8.2 De 4
kamerview.
21.8.3 De korte as.
21.8.4 In
en outflowtrajecten en hartkleppen.
21.8.5 De linker 2
kamerview.
21.8.6 De rechter 2
kamerview.
21.8.7 Het in
en outflowtraject van de linker ventrikel.
21.8.8 De aorta en de truncus pulmonalis.
21.9 Sequenties.
21.10 Enkele toepassingen.
21.10.1 Hartfunctie met behulp van multifase
imaging.
21.10.2 Perfusie van het myocard.
21.10.3 Viability (delayed contrast enhancement; DCE).
22 MRI van de mammae.
22.1 Anatomie van de borst.
22.2 Onderzoeksprotocol.
22.3 Indicaties voor mamma
MRI.
22.3.1 Probleemoplossend.
22.3.2 Preoperatief.
22.3.3 Onbekende primaire tumor.
22.3.4 Evaluatie van neoadjuvante chemotherapie.
22.3.5 Na borstsparende therapie.
22.3.6 Screening met behulp van MRI.
22.3.7 Borstprothesen.
22.4 Biopsie.
22.5 Beoordeling van de MRI
beelden.
22.5.1 Kinetiek.
22.5.2 Morfologie.
Websites.
Literatuur.
Illustratieverantwoording.
Register.