De meest complete wereldbeelden van speciale wetenschappen (disciplinaire ontologieën) werden gevormd in de natuurkunde, de astronomie en de scheikunde. Zij of een deel ervan dienden als basis voor algemene wetenschappelijke beelden van de wereld (Galileo-Newton, Maxwell-Einstein, Prigozhin-Haken). Deze disciplinaire ontologieën hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van andere speciale wetenschappelijke beelden van de wereld, zoals biologische, geologische, geografische, alsmede natuurwetenschappelijke beelden van de wereld: technische, wiskundige, informatieve, medische, milieukundige, en de ontwikkeling van onderlinge verbanden daarmee. Disciplinaire ontologieën omvatten afzonderlijke specifieke modellen en een groot aantal voorstellingen; zij zijn nauw verbonden met planetair-beschavingsomhulsels: technosfeer, noo-sfeer, enz. De terminologie van het fysieke beeld van de wereld is de meest verbreide en bestudeerde. Het wordt veel gebruikt door vertegenwoordigers van de technogene beschaving, die op veel gebieden nog steeds haar positie behoudt, ondanks het feit dat deze posities geleidelijk worden veroverd door de informatieve beschaving. Wegens het belang van wetenschappelijke basistermen wordt elk hoofdstuk voorafgegaan door een kort glossarium.